Elke seconde telt
Bij een verkeersongeval telt iedere seconde! Door uw auto goed in te zetten kunt u levens redden. Of u nu betrokken bent bij een ongeluk of als eerste ter plaatse komt, het is belangrijk om te weten waar u de auto positioneert om de situatie veilig af te zetten. Hiermee voorkomt u verdere ongelukken en kunnen hulpdiensten sneller en beter aan het werk. In dit artikel leggen we stap voor stap uit hoe u uw voertuig kunt inzetten om een gevaarlijke situatie af te zetten bij ongevallen.
Stelt u voor: u rijdt op een drukke weg en ziet plotseling een ongeluk gebeuren voor u. Er liggen brokstukken op de weg, en andere voertuigen rijden u nog op volle snelheid tegemoet. In zo’n situatie moet u snel handelen. Door uw auto op de juiste plek neer te zetten en goed zichtbaar te maken met gevarenlichten en een gevarendriehoek waarschuwt u de andere weggebruikers en houd u de weg veilig totdat hulpdiensten arriveren.
Waar zet u een auto na een ongeval?
Stap 1. Bel 112
In een noodsituatie moet u altijd zo snel mogelijk 112 bellen wanneer dit kan. Hier komt u direct in contact met de juiste hulpdiensten zoals de brandweer, politie of ambulance. Door 112 te bellen, kunnen zij snel ter plaatse zijn en levensreddende hulp bieden. Het is belangrijk om aan de telefoon duidelijk en rustig te blijven, ook al kan de situatie stressvol zijn. Geef zo exact mogelijk door waar u bent en wat er is gebeurd. Vermeld eventuele gewonden en de ernst van hun verwondingen, zodat de juiste hulpdiensten goed voorbereid aankomen. Hoe meer specifieke informatie u kunt geven, zoals het type ongeval en eventuele gevaren, hoe sneller en beter de hulpverlening kan worden georganiseerd.
Checklist: vermeld dit aan de hulpdiensten:
- De exacte locatie van het ongeval
- Het aantal betrokken voertuigen en personen
- Eventuele gewonden en hun toestand
- Of er sprake is van gevaarlijke situaties (bijv. brand, lekkages)
Stap 2: Zet uw auto in bij ongeval
Er zijn twee dingen die u kunt doen als het gaat om uw auto. Het allerbelangrijkste in elke noodsituatie is om veilig te gaan staan en kalm te blijven. Dit geldt ook voor het afzetten van een ongeval. Als u in paniek raakt, gaat u verkeerde beslissingen nemen die uw eigen veiligheid of de veiligheid van anderen in gevaar brengen. Bent u in paniek? Zorg er dan eerst voor dat uw eigen voertuig tot stilstand komt op een veilige plek, bijvoorbeeld in de berm of op de vluchtstrook. Zet uw alarmlichten aan en zorg ervoor dat u zichtbaarheid goed is, vooral als het donker is of de zichtbaarheid door het weer beperkt is.
Als u als eerste ter plaatse bent of als u besluit te helpen bij een ongeval waar u zelf niet direct bij betrokken bent, is het van groot belang om uw voertuig op een strategische plek neer te zetten. Het doel is om andere weggebruikers te waarschuwen en te vertragen, terwijl u een veilige zone creëert rond het ongeval. Plaats uw auto daarom ongeveer 50 tot 100 meter voor of achter het ongeluk, afhankelijk van de rijrichting en de omstandigheden. Probeer de situatie in te schatten: als het ongeval zich bijvoorbeeld in een bocht of op een heuveltop bevindt, moet u de afstand vergroten zodat aankomende voertuigen voldoende tijd hebben om te reageren.
Waar moet u op letten bij het plaatsen van uw voertuig?
- U wil uw auto inzetten bij een ongeval. Zet uw voertuig in de juiste rijrichting van het verkeer en zo ver mogelijk van het ongeval, zonder de rijbaan onnodig te blokkeren.
- Zichtbaarheid: Zorg ervoor dat andere weggebruikers uw voertuig ruim van tevoren kunnen zien. Dit geldt vooral op snelwegen en plekken met slecht zicht, zoals bochten of heuvels.
- Veilige afstand: Houd een veilige afstand tot het ongeval zodat u uzelf niet in gevaar brengt, maar wel een waarschuwingssignaal afgeeft aan naderende voertuigen.
Stap 3: Gebruik van gevarenlichten en signalisatie middelen
De gevarenlichten zet u in voor het waarschuwen van andere weggebruikers, ook als u uw auto gaat inzetten bij een ongeval. Zet deze direct aan zodra u besluit te stoppen bij een ongeval. Als u beschikt over een veiligheidshesje of een gevarendriehoek, gebruik deze dan ook. Een gevarendriehoek moet minstens 30 meter achter het voertuig worden geplaatst, in de richting van het aankomende verkeer. Op snelwegen is een afstand van 100 meter aan te raden. Als u op een drukke weg of snelweg staat, moet u bij het plaatsen van de gevarendriehoek altijd voorzichtig zijn.
Stap 4. Zorg voor een veilige zone voor slachtoffers
Het is belangrijk dat u er eerst ervoor zorgt dat u zelf veilig bent en veilig kunt handelen voordat u anderen gaat helpen. Zeker bij een auto-ongeluk op de openbare weg is het gevaar nog niet geweken op het moment dat er een ongeluk is gebeurd. Als er slachtoffers betrokken zijn bij het ongeval, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat zij in een veilige zone verblijven. U wilt uw auto inzetten bij een ongeval. Dit betekent dat u het verkeer moet vertragen en omleiden om te voorkomen dat naderende voertuigen jullie in gevaar brengen. Gebruik uw auto als een fysiek obstakel om een beschermende barrière te creëren tussen het verkeer en de slachtoffers, zonder zelf in gevaar te komen. Probeer andere voertuigen ook te vragen om hun voertuigen op een manier te plaatsen die de slachtoffers beschermt.
Wilt u eerste hulp verlenen aan de slachtoffers? Dan is het belangrijk dat u kennis van zaken hebt. Een EHBO-cursus leert u alles wat u moet weten in het geval van een ongeluk.
Stap 5: Verkeersstromen omleiden waar mogelijk
Als het ongeval op een drukke weg of snelweg heeft plaatsgevonden, kan het nodig zijn om het verkeer tijdelijk om te leiden. Hoewel dit in veel gevallen door hulpdiensten wordt gedaan, kunt u als eerste ter plaatse een belangrijke rol spelen door andere weggebruikers te waarschuwen. Dit kan door het gebruik van uw auto als fysieke barrière, maar ook door middel van handgebaren of het plaatsen van extra waarschuwingsborden als u die bij de hand hebt. Denk aan de gevarendriehoek.
Wees altijd voorzichtig en probeer andere weggebruikers op een kalme en duidelijke manier te instrueren. Blijf zichtbaar en probeer contact te maken met de chauffeurs om te voorkomen dat ze de situatie verkeerd inschatten of plotselinge, gevaarlijke bewegingen maken.
Houd uzelf altijd in veiligheid
Terwijl u hulp biedt en de situatie afzet, moet u altijd aan uw eigen veiligheid denken. Loop nooit zomaar de rijbaan op en zorg ervoor dat u goed zichtbaar bent voor naderende voertuigen. Als de situatie te gevaarlijk wordt (bijvoorbeeld bij een snelweg of in slechte weersomstandigheden) is het soms beter om achter de vangrail te staan totdat de hulpdiensten arriveren. Het risico om zelf gewond te raken is tenslotte altijd aanwezig.
Zorg er ook voor dat u niet te dicht bij beschadigde voertuigen blijft staan, vooral als er sprake is van rook, lekkages of het risico op ontploffing. Verplaats uzelf naar een veilige afstand als dat nodig is.
Wat moet u doen wanneer de hulpdiensten ter plaatse zijn?
Zodra de hulpdiensten ter plaatse zijn, moet u ze alle ruimte geven om hun werk te doen. Ook als dat betekent dat u uw auto hebt ingezet bij een ongeval. Verplaats uw voertuig als dat nodig is en volg de instructies van de hulpverleners op. Ze zullen de controle over de situatie overnemen en professionele maatregelen treffen om het ongeval verder af te handelen. Als u getuige bent geweest van het ongeval of waardevolle informatie hebt, geef dit dan door aan de politie of andere betrokken hulpdiensten.